Schriftelijke vragen - Rechtelijke uitspraak over de huishoudelijke hulp
Op grond van artikel 33 van het Reglement van Orde stelt de fractie van de ChristenUnie-SGP schriftelijke vragen aan het college over de manier waarop de huishoudelijke hulp in Nijkerk onder Wmo 2015 is ingericht. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep d.d. 18 mei 2016.
Aan de voorzitter van de gemeenteraad van Nijkerk
Nijkerk, 19 mei 2016
Geachte voorzitter,
Op grond van artikel 33 van het Reglement van Orde stelt de fractie van de ChristenUnie-SGP schriftelijke vragen aan het college over de manier waarop de huishoudelijke hulp in Nijkerk onder Wmo 2015 is ingericht. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep d.d. 18 mei 2016.
Inleiding:
In oktober 2014 heeft de raad op voorstel van het college besloten de lichte huishoudelijke hulp om te vormen naar een algemene voorziening. De consequentie hiervan is dat inwoners de HH1 (gedeeltelijk) zelf moeten betalen. De raad heeft een aantal kanttekeningen gemaakt bij het besluit. Zo zijn een motie en amendement aangenomen waarmee is vastgelegd dat met inwoners die gebruik maken van HH1 een keukentafelgesprek gevoerd moet worden om in kaart te brengen of zij in staat zijn de hulp in eigen kracht en/of met eigen middelen te realiseren. Ook is een vangnet gerealiseerd waardoor inwoners met een laag inkomen extra tegemoet worden gekomen in de kosten van de zorg. Het college heeft onlangs het maximaal aantal uren dat ingezet kan worden binnen de HH1 verhoogd naar 2 uur per week. De veranderingen in de huishoudelijke hulp hebben voor veel onrust gezorgd onder cliënten en ook in de raad heeft het veel politieke aandacht gekregen.
Deze week heeft de Centrale Raad van Beroep drie richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. We gaan ervan uit dat ook het college kennis heeft genomen van de uitspraak.
De fractie van de ChristenUnie-SGP stelt naar aanleiding van de rechtelijke uitspraak de volgende vragen:
- Heeft deze uitspraak gevolgen voor de toekenning en de wijze van toekenning van huishoudelijke hulp in onze gemeente, dit mede gezien het feit dat de gemeente maximaal twee uur per week toekent?
- Zijn er mogelijk inwoners die na deze uitspraak recht hebben op meer uren huishoudelijke hulp nu de rechter heeft aangegeven dat een objectief en onafhankelijk onderzoek noodzakelijk is om het aantal uren vast te stellen, waarbij geen standaard aantal uren gehanteerd mag worden?
- In hoeverre heeft de uitspraak consequenties voor het innen of niet innen van een eigen bijdrage?
- Wat is de consequentie van de uitspraak op de beleidskeuze dat de midden- en hogere inkomens, wanneer de toelage van Van Rijn wegvalt de HH1 volledig zelf moeten gaan betalen?
- Moet de motivatie die de gemeente heeft gebruikt ter onderbouwing van de wijziging van het beleid rondom de huishoudelijke hulp aangepast worden, aangezien de financiële motivatie voor de rechter geen stand houdt?
- Zijn er andere gevolgen voor het vigerende beleid rondom de huishoudelijke hulp als gevolg van de uitspraak van de rechter?
- Kan het college aangeven, wanneer bepaalde antwoorden op dit moment nog niet beschikbaar zijn, op welke termijn de raad ze dan kan verwachten?
- Op welke wijze zal de raad betrokken worden bij de eventuele aanpassing van het vigerend beleid?
Met vriendelijke groet,
namens de fractie van de ChristenUnie-SGP
Marieke Doddema